Hinderpalen voor de aanwerving van oudere werknemers

De werkgelegenheidsgraad van oudere werknemers ligt in België dramatisch laag.  In de leeftijdsgroep 55-64 jaar is slechts 38,7 % van de bevolking aan het werk. Dit is één van de laagste cijfers van de EU-27, ongeveer 9 procentpunten lager dan het Europees gemiddelde (47,4%) en nauwelijks de helft van het best scorende EU-land (Zweden met 72,5 %).

De makkelijkste weg om meer ouderen aan het werk te hebben, is voorkomen dat de personen die aan het werk zijn de arbeidsmarkt vroegtijdig verlaten. Op dat vlak zijn reeds stappen gezet: verstrenging van de voorwaarden voor het vervroegd wettelijk pensioen, verstrenging van de voorwaarden voor het brugpensioen, dat nu werkloosheid met bedrijfstoeslag heet, …

Maar zij die toch hun werk verliezen na hun vijftigste ondervinden de grootste problemen om terug aan werk te geraken. Van alle oudere werklozen van 55 tot 64 jaar die in 2010 werkloos waren, gingen er in 2011 slechts 3,2 % terug aan het werk.  En slechts 3 % van de werkende 50 plussers is minder dan 1 jaar in dienst: oudere werklozen en inactieven worden dus haast zo goed als nooit aangeworven. Waarom?

Er zijn verschillende oorzaken.  Twee specifiek Belgische oorzaken worden toegelicht: onze loonbarema’s die sterk gebaseerd zijn op anciënniteit (vroeger loon), en die oudere werknemers duurder maken, zeker bij de bedienden.  En het risico dat de werkgever loopt dat hij voor de recent aangeworven oudere werkloze na enkele jaren prestaties opdraait voor de kost van het brugpensioen, waardoor de baten niet in verhouding staan tot de lasten.

In landen waar er een minder sterke band is tussen loonniveau en leeftijd/anciënniteit is de werkgelegenheidsgraad van ouderen meestal een stuk hoger dan de Belgische.  Dit effect van leeftijd/anciënniteit geleidelijk afbouwen lijkt de boodschap.  En het risico voor de kost van het brugpensioen wanneer de werkgever een oudere werkloze aanwerft, zou wellicht het best gesolidariseerd worden tussen alle werkgevers.

Beide problemen werden reeds erkend in het generatiepact van 2005, maar acties bleven uit.  Daar zal in 2013 wellicht verandering in komen: in de beleidsverklaring van de Minister van Werk, Monica De Coninck, van eind 2012 wordt gesteld dat voor beide fenomenen stappen zullen worden gezet in 2013.